moe van de pijn…

Eigenlijk praat ik hier (bijna) nooit over. Lang getwijfeld of ik het wel kan. Of ik het wel wil. Maar het is en wat mijn leven bepaald heeft: pijn. En vandaag is het (te) veel.

Mijn lichaam doet altijd ergens pijn. Altijd. Al mijn hele leven lang. ‘k Ben het zo gewoon dat ik het heel vaak niet eens meer voel. De pijngrens is verschoven.

Meestal maakt pijn mij alleen maar moe. Dan voel ik niet eens echt pijn, maar grote vermoeidheid. Vermoeidheid die ik (als ik wil) laat verdwijnen met een pijnstiller, als sneeuw voor de zon.

Alles in mijn leven is aangepast om mijn lichaam te ontlasten en de pijn te verminderen. Of in ieder geval geen pijn te veroorzaken. Bed, stoel, auto, koffer, badkamer, kleren, schoenen, werktijden; alles heb ik aangepast of speciaal geselecteerd. 

Het betekent dat ik het meestal helemaal niet meer in de gaten heb, niet meer ‘weet’ dat ik pijn heb. Maar ook niet meer in de gaten heb dat ik mijn leven er zo omheen gebouwd heb. Ik vergeet het gewoon en focus mij op leuke dingen. Dat is mijn manier om ermee om te gaan.

Want er is genoeg dat leuk is en waar ik energie van krijg. Energie om door te gaan en nog meer leuke dingen te vinden, te doen, te weten, te leren, te ervaren…

Maar soms… dan is de pijn te groot. Dan kan ik even niet meer. Dan ben ik extreem moe. En voel ik heel veel pijn. En ben ik chagrijnig. En soms nog boos en teleurgesteld ook. Ik vind dan alles te veel én ik wil het niet.

Dan blijft er niets anders over dan stoppen en stilstaan. Dan kan ik niet meer. Er is geen andere keuze. Rust is het enige dat dan helpt.

Soms rust ik een dag. Soms een week. Maar ook een middag kan bij mij heel veel helpen. Even rust en niets. Oh, en natuurlijk alle middeltjes en trucjes die ik ken om de vermoeidheid en de pijn acceptabel te maken.

Vandaag is zo’n dag. ‘k Kan slecht bewegen, bijna niet zitten en niet liggen. Te veel pijn op teveel plaatsen. Ik slaap slecht van de pijn en ben al zo ontzettend moe.

En ik ben chagrijnig. Ik ben boos. Ik wil dit niet. Ik heb hier he-le-maal geen zin in. En ik weet dat dát niet helpt. Ik weet dat het daarmee niet over gaat. Maar toch voel ik mij nu zo. Ik kan wel janken van de pijn en de frustratie die ik nu voel.

Maar ik heb geleerd. Ik weet wat het beste is wat ik nu kan doen: loslaten en stoppen met vechten. Het laten gaan en doorstaan. Er is altijd licht geweest aan het einde van de tunnel, dus dat zal er nu zeker ook weer zijn.

En morgen… morgen gaat het vast beter. Daar heb ik alle vertrouwen in. Altijd. Morgen ga ik leuke dingen doen. Altijd. 🙂

Vandaag vond ik de uitspraak in de afbeelding bovenaan dit artikel. Een uitspraak die mij zo past. En toen moest ik schrijven. Zo werkt dat bij mij.

Oh, en als je je afvraagt waar ik dan zo’n pijn door heb? Laat ik het zo stellen: bij de 5e diagnose van een chronische aandoening ben ik gestopt met tellen. Allemaal officiële namen en (eigenlijk) allemaal met medicatie van officiële doktoren. Maar de afgelopen 25 jaar kom ik nog zelden bij een dokter en hun medicijnen gebruik ik niet (meer). Daar ben ik mee gestopt.

Ik ben niet mijn ziekte(n) en ik ben niet mijn pijn. 🙂

Dit artikel is eerder gepubliceerd op Facebook:

Delen kan alleen door vermenigvuldigen...

Reageren?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *