Vanmorgen weer wakker geworden met pijnlijke ruggenwervels en benauwd ademhalen. Het slijm in mijn longen kan ik niet weg hoesten vanwege de pijn in mijn rug. Ja. Ineens wist ik het. Zo ga ik dus ooit een keer dood.
‘k Weet wat er aan de hand is, hoe het komt en wat ik moet doen om het te voorkomen.
wat er aan de hand is
Door een combinatie van reuma en hypermobiliteit verschuiven mijn wervels, vergroeien mijn wervels en verkrampen mijn spieren pijnlijk. Chronische bronchitis zorgt voortdurend voor slijm in mijn longen.
hoe het komt
Het slijm in mijn longen moet ik ‘weg hoesten’. Maar als mijn rug pijn doet, kan ik niet diep (genoeg) ademhalen om goed te hoesten. ‘k Moet daarom langzaam, met elke ademteug een beetje meer, steeds dieper ademhalen. Iedere keer mijn longen vullen met iets meer lucht. En dan kan ik, heel voorzichtig, een klein beetje hoesten. Dit herhaal ik totdat het hoesten beter gaat en ik niet meer zo piep of benauwd ben.
wat ik moet doen om het te voorkomen
Elke dag moet ik oefeningen doen om spierkracht op te bouwen. Daarmee kan ik een ‘korset van spieren’ maken dat de functie van mijn veel te slappe gewrichtsbanden overneemt. Die spieren houden mijn wervels dan beter op hun plaats, zodat ik mijn rug gewoon goed kan gebruiken.
Maar het effect van zulke oefeningen merk ik pas na weken. Net zoals ik het pas weken later merk als ik mijn oefeningen vergeten ben. Want dat gebeurt nog wel eens; omdat ik minder rugpijn heb vergeet ik oefeningen te doen… want ik ben heel goed in het vergeten van pijn.
Maar ooit, ooit zal ik in een situatie komen dat ik niet meer voldoende oefeningen kan doen. Omdat ik als bejaarde meneer in bed lig bijvoorbeeld. Dan kan ik uiteindelijk steeds minder goed hoesten, en krijg ik steeds meer slijmophoping in mijn longen. En dan zal ik waarschijnlijk langzaam stikken. Ik hoop dat ik een verdoving krijg voor het zover is.
depressieve gedachten?
Nu hoor ik je denken: ‘wat een depressieve en morbide gedachten heb jij zeg’. Tja. Ik snap dat je dat denkt. In onze maatschappij is alles erop gericht dat je altijd kansen hebt, dat alles ‘meer’ kan worden en dat je altijd door moet gaan met presteren. En dan bovendien er alles aan moet doen om jong te zijn en er jong uit te zien.
Maar we hebben niet het eeuwige leven. We zijn allemaal gebouwd om dood te gaan. En dat ontkennen voelt voor mij als veel minder vol en intens leven. Ik wil graag nu de mooie en fijne dingen doen, want straks ben ik er niet meer. Ik moet het dus nu doen en ervaren.
extra motivatie!
Voor mij zijn deze gedachten alleen maar extra motivatie om tóch mijn oefeningen te doen. Ik krijg er doorzettingsvermogen van om verder te gaan en meer te doen. Want ik wil nog lang niet dood, ik wil nog heel lang volop genieten van het leven.
Lang leve het leven!
Hop. En nu ga ik meteen maar mijn oefeningen doen. 😉